Telkens wanneer het over standenbouw gaat, komt de vraag vroeg of laat aan bod: wat is eigenlijk de beste plek op het de hele beursplattegrond? Het antwoord is simpel: er is niet zoiets als een de beste plek. Of liever: wat een goeie of een minder goeie plek is, hangt grotendeels van jouw deelnamedoelstellingen af. Natuurlijk, een beursstand aan het eind van een doodlopende gang is géén goeie plek. En een stand die uitkijkt op een blinde hoek evenmin. Maar voor het overige heeft elke locatie op het beursplan troeven die je met slimme standenbouw perfect uitspeelt.

Waar begint het?

Mensen – en dus ook beursbezoekers – volgen stereotype patronen wanneer ze een ruimte binnentreden. Allemaal? Neen. Een kleine minderheid van de beursbezoekers heeft voor zichzelf een parcours uitgestippeld, de grote meerderheid ‘volgt de rest’. Bekijk samen met je standenbouwer de plattegrond van de beurs en ga op zoek naar de belangrijkste begin- en eindpunten van de bezoekersstroom. Wil je op de beursstand vooral producten demonstreren, dan is een plek bij het begin van het traject de betere optie. Wil je vooral bestaande klanten ontmoeten, entertainen en gastvrij onthalen, ga dan voor een locatie op het einde van het traject.

Gemeenschappelijke zones

Op elke vakbeurs worden kennisgerichte evenementen georganiseerd. Die trekken een specifiek type bezoekers aan die zeer waardevol kunnen zijn wanneer je nieuwe markten probeert aan te boren. Ben je een relatief nieuwe speler of heb je groot nieuws te melden, kies dan een locatie dicht bij de gemeenschappelijke zones (seminariezaal, demozone, catering…) Daar komt veel volk langs en je hebt er optimale mogelijkheden om met bezoekers in dialoog te treden. Het type standenbouw dat in deze zones het best functioneert, zijn open standen die vanuit minstens twee looprichtingen toegankelijk zijn.

Even tot rust

Een bedrijf heeft niet zo heel veel mogelijkheden om 'dank je wel' te zeggen aan bestaande klanten. De beursstand op een vakbeurs biedt die mogelijkheid wél: even zitten en bekomen, even bijpraten met een natje en een droogje. Gastvrijheid wordt vaak vertaald in zitmogelijkheid en een cateringaanbod. Die optie komt het best tot haar recht aan het eind van het bezoekerstraject en vertaalt zich in een wat geslotener standenbouw: bezoekers moeten een (kleine) drempel over om van je gastvrijheid te kunnen genieten. Ze kunnen niet zomaar dat ene plekje aan de bar veroveren.

Overal zichtbaar

Word je niet de keuze geboden en moet je genoegen nemen met één van de schaarse vrije plekken halfweg het bezoekerstraject? Ook dan kan je met uitgekiende standenbouw en een paar slimme vondsten het verschil maken. Ga voor een open, uitnodigend standconcept en bied de bezoekers die langslopen een unieke service aan: geef hen een omverpakking voor de folders en tasjes die ze tijdens het eerste deel van hun bezoek verzameld hebben. Binnen de kortste keren is je merk overal zichtbaar.