Vertel dit vooral niet verder: (bijna) elke beursbezoeker kan verleid worden met een klein presentje. Een hebbedingetje. Een akkefietje. Of hoe je het ook noemen wil, - als het maar mee kan in de grote zak met oorlogsbuit die ’s avonds op de keukentafel terecht komt. En als het maar op de een of andere manier herinnert aan het gesprek dat die bezoeker met jou op de stand had.

Voor je een voorraad Veurns potjesvlees of Lokerse paardenworst inslaat, toch even dit: het is de bedoeling dat jouw presentje in de smaak valt bij een zo groot mogelijke groep ontvangers. Ook mensen die het niet zo hoog op hebben met (paarden)vlees of konijn. Dus misschien toch beter iets zoets kiezen.

Internationaal staan Belgian chocolates en pralines nog steeds zeer hoog aangeschreven. Een uitgelezen kans om internationaal te scoren, - zeker als je de kleinoden aanbiedt in een verpakking die volgens jouw huisstijl gepersonaliseerd werd. Maar net zo goed charmeer je de bezoeker met zoetigheden die bij je op de hoek gefabriceerd werden. Antwerpse handjes? Gentse neuzen? Halse krotten? West-Vlaamse lukken? Alles is beter dan nóg een balpen!